calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Balans van de wetenschap (1) 'Gelet op de ambities staat Nederland er goed voor'

Artikel
26 maart 2021
Wetenschap in cijfers universiteit Hogescholen

Coördinator Alexandra Vennekens van het Rathenau Instituut

Image
Coördinator Alexandra Vennekens van het Rathenau Instituut

Hoe de Nederlandse wetenschap ervoor staat, laten we elke twee jaar zien in de Balans van de wetenschap. Hierin geven we inzicht in de mate waarin de wetenschap de drie ambities van de regering waarmaakt: wetenschap van wereldformaat, ruimte voor talent en bijdragen aan de samenleving. De balans slaat uit naar de goede kant, maar er zijn aandachtspunten. Daarnaast is het zo dat de behoefte aan kennis en de manier van wetenschap bedrijven, veranderen doordat de samenleving verandert. De komende maanden laten we een aantal mensen aan het woord die dagelijks de Nederlandse wetenschap vormgeven. Hoe zien zij de door ons geschetste ontwikkelingen? En wat gaat in de toekomst belangrijk worden? Maar eerst de visie van Alexandra Vennekens, als coördinator bij het Rathenau Instituut verantwoordelijk voor de informatiefunctie en expert op dit gebied.

In het kort:

  • De Balans van de wetenschap laat zien dat de Nederlandse wetenschap er op hoofdlijnen goed voorstaat, gelet op de doelen die de overheid wil bereiken.
  • Werkdruk, baanzekerheid en het lage percentage vrouwelijke wetenschappers zijn aandachtspunten waar het Rathenau Instituut graag meer inzicht in wil geven in de toekomst.
  • Dat geldt ook voor nieuwe ontwikkelingen waarvoor vaak nog geen beleidsambities zijn vastgesteld, zoals: kennisveiligheid, een veilige data-infrastructuur en nieuwe kennispraktijken die ontstaan uit het besef dat kennisoverdracht tweerichtingsverkeer is.

‘Wanneer je kijkt naar de ambities die de regering heeft, staat de Nederlandse wetenschap er  goed voor’, zegt  Alexandra Vennekens. ‘Dat was ook een van de hoofdboodschappen van onze laatste Balans van de wetenschap, die we eind augustus 2020 voor de derde keer publiceerden.’

Het Nederlandse kabinet wil met het wetenschapsbeleid drie ambities realiseren. De Nederlandse wetenschap moet mondiale impact hebben, verbonden zijn met de samenleving en voldoende kansen bieden voor het opbloeien en behouden van talenten. De langjarige en internationale vergelijking met andere landen in de Balans van de wetenschap laat zien dat de wetenschap lijkt te voldoen aan de voorwaarden om deze ambities te kunnen realiseren. De wetenschappelijke kwaliteit van het Nederlandse onderzoek is zeer goed en Nederlandse onderzoekers werken veel internationaal samen. Wat wetenschappelijke impact betreft, staat Nederland in de top-vijf in alle wetenschappelijke domeinen. Ook met bedrijven en overheden wordt veel samengewerkt om economische en maatschappelijke impact te genereren.

‘Zo’n positieve  boodschap wordt nauwelijks opgepakt door de media’, zegt Vennekens. ‘Maar ze mag best meer aandacht krijgen, want het is een enorme prestatie, ook omdat dit al jaren met relatief weinig geld gerealiseerd wordt. We brengen dit nauwkeurig in kaart en publiceren zo’n honderd factsheets en datapublicaties op onze website waarin we laten zien hoeveel geld er wordt geïnvesteerd in vakgebieden, hoe die vakgebieden zich ontwikkelen en ook hoe carrières in de wetenschap verlopen. Belangrijk is ook de diversiteit aan kennis, zoals die wordt ontwikkeld bij universiteiten, hogescholen en publieke kennisinstellingen zoals het SCP of het RIVM. Maar ook bij bedrijven, van startups tot multinationals.’ 
 

Overwerk en tijdelijke contracten

Ondanks dat het goed gaat met de Nederlandse wetenschap, zijn er wel punten die aandacht behoeven. De werkdruk voor wetenschappers ligt hoog. Gemiddeld werken ze een kwart van hun aanstelling over en het universitaire ziekteverzuim groeit. Daarnaast hebben jonge onderzoekers aan Nederlandse universiteiten in internationaal opzicht relatief vaak een tijdelijk contract. ‘Dat zou ertoe kunnen leiden dat je talentvolle jonge mensen gaat verliezen aan het buitenland’, zegt Vennekens. ‘Per saldo zien we dat nog niet terug in onze cijfers, want er komen ook talentvolle wetenschappers naar Nederland toe. Er is sprake van breincirculatie; mensen komen en gaan. Maar je kunt je natuurlijk wel afvragen of die grote onzekerheid van tijdelijke contracten goed is voor jonge mensen die bezig zijn om hun leven op te bouwen’. 

‘En wat mij echt verbaast, is dat we blijven achterlopen als het gaat om de positie van vrouwen in de wetenschap’, zegt Vennekens. ‘Nederland is toch een vooruitstrevend land, dus waarom lukt het ons nauwelijks om meer vrouwelijke onderzoekers bij bedrijven en in de hogere wetenschappelijke posities te krijgen? Iedereen zegt altijd dat het bij benoemingen in de eerste plaats om kwaliteit gaat. Maar als je kijkt hoe vaak wetenschappers worden geciteerd in de belangrijke publicaties, dan blijven vrouwen echt niet achter bij mannen.’

Opdrachtonderzoek

Nederland presenteert goed, zeker gezien de investeringen in wetenschap. De Europese landen hebben afgesproken dat overheden en bedrijven hieraan 2,5% van het bruto binnenlandsproduct uitgeven. Nederland blijft net onder de 2,2% steken. Met name de investeringen vanuit het bedrijfsleven blijven achter. Daar staat tegenover dat Nederlandse universiteiten meer dan die in veel andere landen, inkomsten krijgen uit opdrachtonderzoek. Daardoor zouden ze ook meer kunnen blootstaan aan beïnvloeding. 

‘Dat hoeft niet erg te zijn’, zegt Vennekens. ‘De overheid streeft er juist naar dat het onderzoek relevant is voor het bedrijfsleven en voor de maatschappij. Dat is ook wenselijk. Maar instellingen en de overheid moeten zich hier wel van bewust zijn en er niet te afhankelijk van worden. De onafhankelijkheid van het onderzoek mag niet onder druk komen te staan. Daarop wijzen wij dan ook weer wanneer wij bijvoorbeeld een rapport uitbrengen over ongewenste beïnvloeding van wetenschappers of over kennisveiligheid bij de samenwerking met onvrije landen.’

Nieuwe ontwikkelingen

‘In onze balans zetten we de stand van de wetenschap af tegen de ambities van de overheid’, zegt Vennekens. ‘Maar die ambities zijn natuurlijk ook al weer van een tijdje geleden. Er zijn nieuwe ontwikkelingen zoals het meer betrekken van de samenleving via open science, het meer onderling delen van data en nieuwe manieren om wetenschappers te waarderen en te belonen. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar excellent onderzoek, maar ook naar onderwijsprestaties en interactie met de samenleving. Gemeenten en andere lokale partijen doen een beroep op universiteiten en kennisinstellingen om mee te denken over oplossingen voor problemen zoals de bereikbaarheid van de stad of de leefbaarheid van wijken. Om daar zicht op te krijgen, moet je meer kwalitatief onderzoek doen. Daarbij gaat het veel meer om de verhalen en productieve samenwerkingen.’

‘Die praktijken brengen we nu al kwalitatief en kwantitatief in beeld’, zegt Vennekens. ‘Maar bij het toekennen van middelen voor de wetenschap, is hier nog weinig aandacht voor. Voor thema’s als diversiteit en inclusie, die enorm in opkomst zijn, zijn vaak nog geen beleidsdoelen afgesproken. En waar die er wel zijn, zijn soms weinig of geen cijfers beschikbaar. Het gaat bij deze ontwikkelingen natuurlijk niet alleen om de cijfers, maar wil je er debat over voeren, dan is een gedeelde basis over de stand van zaken wel belangrijk, anders lukt het niet eens het onderwerp te agenderen. Daarom vinden we het belangrijk om niet alleen te kijken naar het huidige beleid, maar ook vooruit te kijken naar de samenleving: wat is er nodig, wat is wenselijk, waar zitten de zwakke plekken en wat zien we misschien al in het buitenland. Daarbij zijn we benieuwd naar de visie van spelers in het veld.’

Balans van de wetenschap (1)

Als onafhankelijke kennisinstelling heeft het Rathenau Instituut de opdracht om kwantitatief en kwalitatief in beeld te brengen hoe de Nederlandse wetenschap ervoor staat, en indicatoren te ontwikkelen om langjarige trends op het spoor te komen en te vergelijken met het buitenland. De resultaten hiervan publiceren we via zo’n 100 factsheets en datapublicaties op rathenau.nl en in de Balans van de wetenschap, die elke twee jaar een overzicht geeft van hoe de Nederlandse wetenschap ervoor staat. Als aanvulling op de balans die afgelopen zomer verscheen, spreken we in deze serie met mensen die vanuit verschillende posities de wetenschap van binnenuit kennen.