calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Gelijke kansen, sterkere wetenschap

artikel
29 mei 2017
Blog Valorisatie

Het Rathenau Instituut heeft een instrument ontwikkeld om de kwaliteit van wetenschapscommunicatie te kunnen beoordelen. De publicatie van dit beoordelingsinstrument was het startschot voor een open dialoog. Blogpost 6 in een serie.

Door Alex Verkade

Diversiteit in de wetenschap, verbondenheid in de samenleving, een gelijkwaardige dialoog, inzicht in het wetenschappelijk proces: ons beoordelingsinstrument beloont wetenschapscommunicatieprojecten die daaraan bijdragen.

Maatschappelijke valorisatie

Door mensen te betrekken bij wetenschappelijk onderzoek – niet alleen bij de resultaten, maar ook bij het proces, de mislukkingen en zelfs de allereerste vraagstelling – draagt wetenschapscommunicatie bij aan inzicht in wat wetenschap is. Dit inzicht helpt mensen hun wereld, die afhankelijk is van wetenschap, te begrijpen en onderbouwde keuzes te maken. Wetenschapscommunicatie biedt zo krachtige middelen om onderzoek te valoriseren. Niet alleen in economische zin, maar ook in de minstens net zo belangrijke maatschappelijke zin.

Dat houdt niet op bij overdracht van kennis. Een open, gelijkwaardige dialoog biedt de mogelijkheid om de ander beter te leren kennen. Wetenschappers worden minder abstract voor leken. Die leken worden minder abstract voor wetenschappers. In een samenleving die steeds meer opgedeeld raakt in filterbubbels, in naar opleidingsniveau gesegregreerde vriendengroepen, media en woonwijken, draagt het samenbrengen van mensen die elkaar anders niet tegenkomen bij aan maatschappelijke samenhang. Dit samenbrengen is ook impact – en wetenschapscommunicatie kan daar sterk aan bijdragen. Wie door deze bril naar impact kijkt, begrijpt het belang van diversiteit. Want zolang we slechts een select deel van de samenleving betrekken bij wetenschap, dragen we bij aan een tweedeling in de maatschappij.

Wetenschapscommunicatie vergroot kansenongelijkheid?

Dit risico is niet denkbeeldig. Veel wetenschapscommunicatieprojecten bereiken slechts mensen die al relatief ‘dichtbij de wetenschap staan.’ Dat is lang niet altijd een bewuste keus, vaak zijn deze groepen (in de universiteitsstad, vwo-leerlingen, hogeropgeleiden) gewoon gemakkelijker te bereiken voor wetenschapscommunicatoren. En dat betekent: hogere kijk- of bezoekerscijfers voor dezelfde inspanning. Wat de oorzaak ook is, wetenschapscommunicatoren geven aan zich veel minder vaak te richten op bijvoorbeeld mensen uit lagere sociaal-economische situaties, volwassenen met een mbo-opleiding of lager, mensen in niet-universiteitssteden en leerlingen en docenten in vmbo-onderwijs.

Dat is de huidige situatie. Bepaalde segmenten in onze maatschappij krijgen meer hulp dan anderen bij het begrijpen van hun wereld en het maken van onderbouwde keuzes. Zij krijgen meer kansen om mee te praten over en hun voordeel te doen met wetenschap. Die kansenongelijkheid is niet wenselijk, maar hij verdwijnt niet vanzelf. We zullen er actief aan moeten werken om onderbediende groepen te bereiken en een tweedeling te voorkomen. Daarmee moeten we beginnen door succes van wetenschapscommunicatie niet alleen te definiëren in aantallen hoofden, maar door mee te wegen van wie die hoofden zijn en meer waarde te hechten aan publiek dat ‘verder van de wetenschap staat’.

Open science, RRI, Sustainable Development Goals

In het beoordelingsinstrument doen we dat met het eerste van vijf normatieve criteria: diversiteit in doelgroep. Met de andere vier belonen we dialoog, aandacht voor meer dan alleen het resultaat van wetenschap, diversiteit van  rolmodellen en aansluiting bij de Nationale Wetenschapsagenda. Het staat eenieder vrij om in een eigen bewerking van het instrument ook andere normatieve criteria op te nemen. Een instelling zou er bijvoorbeeld voor kunnen kiezen om projecten te belonen die goed aansluiten bij het instellingsbeleid. Een beleidsmaker zou nadruk kunnen leggen op open science, op aansluiting bij Responsible Research and Innovation of op de mate waarin een project bijdraagt aan de Sustainable Development Goals van de VN.

Win-win

Goede communicatie gaat twee kanten op. Wetenschappers die publiek betrekken, leren hun wereld ook beter begrijpen. Van gelijkwaardige verbindingen tussen wetenschap en samenleving wordt niet alleen de samenleving, maar ook de wetenschap zelf beter. Op korte termijn, doordat verbindingen de wetenschap kennis opleveren over wat mensen beweegt, over vragen die leven in de samenleving en over het maatschappelijke klimaat. Maar ook op langere termijn. Een goed verbonden wetenschap is adaptief doordat vragen uit de maatschappij snel worden herkend, robuust door een breed en divers draagvlak en kan beter inspelen op veranderingen in de samenleving. Daarom is het zaak dat instellingen en wetenschappers wetenschapscommunicatie serieus nemen – uit maatschappelijk engagement, maar ook uit eigenbelang.

De vijf opgenomen normatieve criteria in deze versie zijn: diversiteit in doelgroep; mate van dialoog; focus op proces, persoon en duiding; diversiteit in rolmodellen; en aansluiting bij de nationale Wetenschapsagenda. Welke normatieve criteria zouden we in een volgende versie van het beoordelingsinstrument moeten opnemen?

We nodigen je van harte uit te reageren, ook met vragen, kritiek en andere input. Reageren kan besloten, via e-mail, of via Twitter.

Alex Verkade is tijdelijk verbonden aan het Rathenau Instituut.