Nederlandse onderzoekers haalden per fte meer geld uit de Europese wetenschapspot H2020 dan onderzoekers uit andere landen. Verder ontving ons land 1,5 keer meer aan subsidies dan dat het bijdroeg. Dat blijkt uit de factsheet Nederland en Horizon 2020 die het Rathenau Instituut vandaag publiceert.
In het kort:
- Het Rathenau Instituut analyseerde het aflopende Europese subsidieprogramma Horizon 2020.
- Nederland heeft een hoge retourratio en krijgt per onderzoeker veel geld.
- Het succes zorgt er ook voor dat Europa een behoorlijke invloed heeft op de Nederlandse wetenschap.
Hoge retourratio
De Europese Unie blijkt een belangrijke inkomstenbron voor Nederlandse onderzoekers. Nederland ontving tussen 2014 en 2019 in totaal 5 miljard euro aan financiering. Dat is 7,8% van het H2020-budget voor onderzoek en innovatie en 1,46 keer meer dan wat Nederland bijdraagt. Deze zogeheten retourratio is alleen hoger bij Finland (1,5) en Griekenland (2,1). Onze buurlanden volgen op ruime afstand: België (1,2), Duitsland (0,7) en Frankrijk (0,7).
Hoogste per fte
Nederlandse onderzoekers haalden per fte meer geld uit Horizon 2020 dan onderzoekers uit andere landen. Voor Nederlandse onderzoekers in het hoger onderwijs en bij publieke onderzoeksinstellingen is er per fte ongeveer 171.000 euro uit Horizon 2020 beschikbaar. Belgen halen 121.000 euro, Fransen komen op 63.000 euro en Duitsers op 54.000 euro.
Sturende EU
Gerekend per jaar komt 12,4% van het publieke geld dat Nederland aan onderzoek besteedt uit Europa. Daarmee heeft de EU behoorlijk veel invloed op het Nederlandse onderzoek. In België ligt het aandeel ook hoog (13,9%). De Europese invloed is een stuk kleiner in Frankrijk (6,8%) en Duitsland (4,5%).
Oude EU-landen scoren beter
Uit de analyse blijkt dat er relatief weinig middelen terechtkomen bij de dertien landen die zich sinds 2004 hebben aansloten bij de EU. Zij zijn voor deelname sterker afhankelijk van internationale samenwerking. In het nieuwe subsidieprogramma, dat Horizon Europe heet en dat loopt van 2021 tot 2027, is er daarom nog meer aandacht voor de jongere lidstaten.
Vooruitzicht op Horizon Europe
Het nieuwe kaderprogramma Horizon Europe streeft voor een deel dezelfde doelen na als het oude programma Horizon 2020. Voor het oplossen van maatschappelijke uitdagingen (in Horizon Europe global challenges genoemd) wordt fors meer geld uitgetrokken: het budget stijgt van 45,9 miljard euro naar 53,5 miljard euro. Met deze pijler maakt de EU geld vrij voor onderzoek dat moet bijdragen aan maatschappelijke uitdagingen, zoals voedselzekerheid, gezondheid en klimaatverandering. Ten opzichte van Horizon 2020 voegt Horizon Europe een nieuwe uitdaging toe: digital, industry and space – gericht op de verdere digitalisering en verduurzaming van de Europese industrie. Recent onderzoek van het Rathenau Instituut laat zien dat deze vorm van opgavegerichte innovatie steeds belangrijker wordt.
Lees de factsheet:
Nederland en Horizon 2020
Wetenschap in cijfers
04 april 2022
factsheet
Gerelateerde content:
Maatschappelijke opgaven vragen om een nieuw soort onderzoeksprogramma’s
Werking van het wetenschapssysteem
03 september 2021
Artikel
EU-missies voor maatschappelijke opgaven
Werking van het wetenschapssysteem
03 september 2021
rapport
Totale investeringen in wetenschap en innovatie 2019-2025
Werking van het wetenschapssysteem
20 mei 2021
rapport
De belofte van opgavegericht innovatiebeleid
Werking van het wetenschapssysteem
16 december 2020
rapport
Verdeling inkomsten uit Horizon Europe en H2020 in Nederland, naar type organisatie en onderwerp
Wetenschap in cijfers
04 maart 2022
datapublicatie
De positie van Nederland in de EU Kaderprogramma's
Wetenschap in cijfers
03 juli 2023
datapublicatie
datapublicatie
Europese wetenschap en innovatie in een nieuw geopolitiek speelveld
Werking van het wetenschapssysteem
14 april 2020
rapport