De Nederlandse universiteiten leveren de afgelopen jaren steeds meer bachelor- en masterstudenten af. In de periode 2009-2016 studeerden 33 procent meer bachelors en 29 procent meer masters af. De rijksbijdrage die de 13 universiteiten ontvangen steeg in diezelfde periode met 13 procent, bij een inflatie van 10 procent. De overheidsfinanciering loopt zo steeds verder uit de pas met de onderwijsprestaties. Dit blijkt uit een analyse die het Rathenau Instituut vandaag publiceert.
In de periode 2009 - 2016 steeg het aantal studenten dat een bachelordiploma behaalt aan een Nederlandse universiteit van 26.348 naar 35.162 per jaar. Het aantal masters steeg van 32.538 naar 42.027 per jaar. In diezelfde periode steeg de rijksbijdrage van de universiteiten van 3.303 naar 3.746 miljard euro per jaar. De scheefgroei is het grootst bij de technische universiteiten. Daar steeg het aantal bachelor diploma’s van 3.182 in 2009 tot 5.170 in 2016, een toename van 62 procent. Het aantal master diploma’s steeg met 44 procent van 4.829 naar 6.959. In diezelfde periode steeg de rijksbijdrage voor deze vier universiteiten met 8,5 procent. Vanwege een tekort aan staf en practicumfaciliteiten overwegen de TU’s voor enkele studies een studentenstop.
De analyse toont dat de universiteiten flink meer prestaties leveren, terwijl de overheidsfinanciering nauwelijks toeneemt. Het huidige financieringssysteem leidt ertoe dat universiteiten concurreren op groei in het aantal studenten. De stijging van het aantal bachelors en masters komt grotendeels doordat universiteiten actief studenten werven, voor een groeiend deel in het buitenland. Melanie Peters, directeur van het Rathenau Instituut: “In plaats van praten over studentenstops, zouden we het debat moeten voeren over de kwaliteit van het universitaire onderwijs en moeten bedenken welk systeem daar het beste bij past."
Lees meer in onze factsheet Inkomsten en prestaties Nederlandse universiteiten onderwijs.