Wetenschappelijke publicaties via open access

Output

Factsheet

In deze factsheet laten we zien hoe open access zich in Nederland en internationaal ontwikkelt. Open access houdt in dat wetenschappelijke publicaties voor de lezer gratis toegankelijk zijn. Daarmee willen wetenschappers en beleidsmakers wereldwijd wetenschappelijke kennis toegankelijker maken en sneller laten circuleren. Nederland loopt al jaren internationaal voorop bij het publiceren via open access. De afspraken die Nederlandse instellingen maken met uitgevers om, tegen betaling, ook open access te kunnen publiceren in ‘gesloten’ abonnementstijdschriften (de ‘hybride route’) spelen daarbij een belangrijke rol.

In het kort

  • 83% van de wetenschappelijke publicaties uit 2024 met een Nederlandse auteur is beschikbaar via open access.
  • Nederland is hiermee internationaal een van de koplopers.
  • De hybride en gouden routes spelen hierbij een belangrijke rol. 67% van de Nederlandse publicaties via open access maakt gebruik van een van deze routes, tegenover 62% van de publicaties uit de Europese Unie.

Open access: van de lezer betaalt naar lezen is gratis

Veel tijdschriften waarin wetenschappers publiceren, worden beheerd door uitgevers. Zij onderwerpen ingezonden artikelen aan een interne screening en een proces van peerreview, waarbij collega-wetenschappers de kwaliteit beoordelen. Lange tijd was het standaard dat een gepubliceerd artikel eigendom werd van de uitgever. Iedereen die het vervolgens wilde inzien, moest daarvoor betalen, los of via een abonnement op het wetenschappelijke tijdschrift.

De afgelopen twintig jaar hebben steeds meer onderzoekers, onderzoeksinstellingen en overheden zich ingezet om dit publicatiemodel te vervangen door open access publicatiemodellen. Open access houdt in dat wetenschappelijke publicaties gratis beschikbaar zijn voor belangstellenden, bijvoorbeeld om te lezen, te downloaden, te verspreiden of te bewerken. Voorwaarde is wel dat de originele auteur erkend wordt (BOAI, 2002). Hierdoor komt onderzoek dat gefinancierd is met publieke middelen, ook publiek beschikbaar en kunnen wetenschappers kennis sneller onderling en met de maatschappij delen.

In deze publicatiemodellen blijft de kwaliteitswaarborg die publiceren biedt behouden, maar is het niet langer de lezer die hiervoor betaalt. De kosten worden bijvoorbeeld gedragen door de instellingen waar onderzoekers werken, die hierover onderhandelen met uitgevers. In Nederland onderhandelt Universiteiten van Nederland (UNL) met uitgevers zoals Springer en Elsevier voor transformatieve read and publish deals, waarin zij betalen zodat hun onderzoekers toegang hebben tot artikelen in gesloten ‘abonnementstijdschriften’ en hun artikelen, ook in veel van deze gesloten tijdschriften, open access kunnen publiceren. Daarnaast ontstaan er ook publicatieplatformen waarbij de onderzoeksgemeenschap zelf publicatieplatformen opricht, maar noch de lezer, noch de auteur, betaalt om te publiceren. Een voorbeeld is het Nederlandse platform Openjournals.

Er zijn meerdere vormen van open access. Die verschillen in de versie van het artikel dat beschikbaar is, de plek waar het beschikbaar is en de voorwaarden waaronder. Deze verschillende vormen, ook wel aangeduid als routes, worden omschreven met kleuren: diamant, goud, groen en brons (Bosman et al., 2021). De onderstaande tabel geeft een overzicht van wat deze kleuren betekenen. De gouden route houdt in dat het artikel gepubliceerd wordt, tegen betaling van de auteur of de instelling, in een tijdschrift dat alleen maar open access artikelen publiceert. Sommige tijdschriften publiceren alleen sommige artikelen open access; de rest is tegen betaling of bij een abonnement te lezen. Open access publiceren in tijdschriften die dat niet standaard doen wordt als hybride aangeduid. Dan zijn er nog artikelen die soms tijdelijk door een uitgever gratis beschikbaar gesteld worden, soms zonder gebruiksrechten. Dit is de bronzen route. In alle gouden, hybride en bronzen gevallen moet een auteur of instelling betalen voor de publicatie van het artikel. Wanneer dat niet het geval is, dus wanneer niemand betaald voor het publiceren en ook niet voor het lezen, dan spreken we van de diamanten route. Tot slot kunnen artikelen ook beschikbaar gesteld worden buiten uitgevers om, op een publiek toegankelijke repository (archief). Dit is de groene route. Vaak zijn dit artikelen die al wel door het peer-reviewproces heen zijn, maar nog niet opgemaakt zoals deze in een tijdschrift zou verschijnen. De gebruikslicentie van groene artikelen kan sterk verschillen. 

Vorm Versie artikel Plaats van publicatie Rechten Permanent open access? Moet er betaald worden voor de publicatie van het artikel?
Diamanten route De door de uitgever gepubliceerde versie In een open access tijdschrift waarbij niet betaald hoeft te worden van de publicatie van het artikel. Lezen en gebruiken Ja Nee
Gouden route De door de uitgever gepubliceerde versie In een tijdschrift dat volledig open access is; alle artikelen in zo’n tijdschrift zijn gratis te lezen. Lezen en gebruiken Ja Ja
Hybride route De door de uitgever gepubliceerde versie In een tijdschrift dat niet volledig open access is. Hybride tijdschriften bevatten zowel gratis te lezen artikelen als artikelen die alleen te lezen zijn tegen betaling of met een abonnement op het tijdschrift. Lezen en gebruiken Ja Ja
Groene route Een gepeerreviewde versie or pre-print; meestal de eindversie van een artikel maar zonder opmaak van het tijdschrift. Een archief (repository) beheerd door een wetenschappelijke instelling. Afhankelijk van de licentie Ja Nee
Bronzen route De door de uitgever gepubliceerde versie Via website of platform van de uitgever. Afhankelijk van de licentie Nee Ja

Ambitie: 100% open access en auteursrecht bij de auteur

De Nederlandse overheid streeft ernaar alle wetenschappelijke publicaties die voortkomen uit onderzoek dat is betaald met publieke middelen, via open access te publiceren (Dekker, 2013; Ministerie van OCW, 2017). Daarbij geven zij voorkeur aan de gouden route. Het regeerakkoord van 2021 bevestigt nog eens dat open science, waaronder open access, de norm wordt (VVD, D66, CDA en ChristenUnie, 2021). In 2023 is het regieorgaan Open Science NL van start gegaan, waarbij een convenant is ondertekend door 15 kennisinstelling, alsmede het ministerie van OCW. 

Bij NWO is het via open access publiceren van artikelen voortkomend uit NWO-gefinancierd onderzoek al sinds 2016 verplicht. In 2018 ondertekende NWO samen met de Europese Onderzoeksraad ERC en tien andere Europese onderzoeksfinanciers in 2018 Plan S (Science Europe, 2018). Dat betekent dat alle publicaties die voortkomen uit beurzen uit calls van na 1 januari 2021 (waaronder Horizon Europe), gepubliceerd moeten worden via open access (Science Europe, 2019: NWO, 2019). Daarbij mag er geen sprake zijn van een embargotermijn en mogen auteurs hun auteursrecht niet overgedragen aan de uitgevers. Inmiddels hebben nog meer organisaties Plan S ondertekend, waaronder onderzoeksfinanciers en internationale instellingen als Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).

Plan S streeft naar open access via de gouden of groene route. Open access publiceren in een zogenoemd gesloten tijdschrift (hybride route) mag alleen als er afspraken zijn met de uitgever om op termijn over te schakelen naar open access, of als tegelijkertijd de groene route benut wordt.

Subsidieverlener NWO gaat nog een stap verder dan Plan S. NWO stelt open access niet alleen verplicht voor wetenschappelijke artikelen, maar ook voor boeken die gericht zijn op een academisch publiek (NWO, 2020).

 

Onderstaande figuur laat zien welk aandeel van de wetenschappelijke publicaties in Scopus waaraan ten minste een Nederlandse auteur meewerkte, binnen tien maanden na het jaar van publicatie open access beschikbaar was. Dit aandeel groeide van 59% in 2015 tot 83% in 2024.

Bovenstaande figuur laat ook zien via welke route publicaties open access beschikbaar waren. Van alle publicaties uit 2024 is 5% beschikbaar via de diamanten route, 31% via de gouden route, 36% via de hybride route, 7% via de groene route en 4% via de bronzen route. Met name het percentage open access artikelen via de gouden en hybride route is flink gestegen de laatste jaren. Zo steeg het aandeel artikelen via de gouden route van 15% in 2015 naar 31% in 2024, een toename van ruim 100%. Het aandeel hybride steeg zelfs van 10% naar 36%, een toename van meer dan 250%. 

Dat betekent dat 79% van de wetenschappelijke publicaties uit 2024 ook op langere termijn open access beschikbaar is. Bronzen publicaties kunnen in de toekomst weer achter een betaalmuur verdwijnen. Dit aandeel nam gelukkig sterk af, van 20% in 2015 naar slechts 4% in 2024.

Het aandeel diamanten publicaties, waarbij niemand betaald, blijft heel constant op 4 à 5% steken.

78% van de publicaties uit de afgelopen tien jaar is gratis beschikbaar

Op het meest recente moment van meten, november 2025, is 78% van alle wetenschappelijke publicaties met ten minste een Nederlandse auteur uit de periode 2015-2024 via open access beschikbaar. 4% Is beschikbaar via de diamanten route, 23% via de gouden route, 25% via de hybride route, 10% alleen via de groene route en 16% via de bronzen route. 36% van de publicaties uit deze periode is niet open access beschikbaar. Het percentage groene publicaties lijkt misschien laag, omdat veel wetenschappers hun preprints op een repository zetten. Dit komt omdat een groot deel van deze publicaties uiteindelijk ook via een van de andere routes in de uitgever versie open access beschikbaar komt, bijvoorbeeld via de gouden of hybride route. In principe is het aandeel groene artikelen dus nog groter, maar het gaat hier om artikelen die alleen via de groene route beschikbaar zijn, en niet ook via een van de andere routes. 

Dit aantal kan de komende jaren nog veranderen. Het aantal publicaties dat via open access beschikbaar is kan door de jaren heen blijven groeien. Dat heeft twee redenen. Ten eerste komen sommige artikelen pas na een embargoperiode van de uitgever via open access beschikbaar. Ten tweede worden niet alle artikelen die via open access beschikbaar zijn meteen correct geregistreerd in de databases. In de bronzen categorie kan ook een daling optreden, omdat deze artikelen weer achter een betaalmuur kunnen verdwijnen.


De hybride gouden route speelt in Nederland een belangrijke rol

Zoals bovenstaande figuren laten zien maken de meeste publicaties via open access gebruik van de gouden route. Met name het publiceren via open access in ‘gesloten’ abonnementstijdschriften (hybride goud), waarvoor overeenkomsten zijn gesloten met uitgevers, neemt in Nederland een belangrijke plek in. Dit wordt goed zichtbaar wanneer we de verschillende routes internationaal vergelijken. Dit gebeurt in onderstaande figuur.

Daaruit blijkt dat een relatief groot deel van de publicaties via open access uit 2024 is gepubliceerd via de hybride route: 36%. Ook in de Scandinavische landen en Oostenrijk ligt dit percentage hoog. Van alle wetenschappelijke publicaties via open access met een auteur uit de EU27 samen maakt maar 25% gebruik van de hybride gouden route. De route via publicatie in een volledig openaccesstijdschrift (goud) is in Nederland juist relatief klein. Het aandeel open access artikelen via de goude route was met 31% in 2024 lager dan het EU27 gemiddelde van 37%. Nederland stond hiermee in 2024 zelfs op de 14e plek, in de onderste helft, van de 22 referentielanden. 

Vergelijken we de drie geopolitieke blokken (VS, China en de Europese Unie), dan zien we dat in China de gouden route erg belangrijk is. Van de Chinese open access artikelen werd bijna driekwart via de gouden route gepubliceerd. Zowel voor de VS als voor de EU is de gouden route ook de belangrijkste, met 48% van de open access artikelen via die route, maar de andere routes worden relatief ook wat vaker gebruikt. Voor de VS is de groene route met 13% iets belangrijker dan voor de EU met 7%. Ook de diamanten route komt in de VS iets vaker voor met 11% dan in de EU met 8%. De hybride route is met 33% dan weer veel gebruikelijker in de EU dan in de VS, met 23%.
 

Nederland loopt internationaal voorop

Mede dankzij het succes van de hybride route loopt Nederland internationaal voorop bij het publiceren via open access. 83% van de Nederlandse wetenschappelijke publicaties uit 2024 is beschikbaar via open access. Dat ligt ruim boven het Europese gemiddelde van 75%.

De top-5 voor 2024:

  • Zweden (84%)
  • Nederland (83%)
  • Finland (83%)
  • Noorwegen (82%)
  • Zwitserland (81%)

Ook andere analyses bevestigen dat Nederland internationaal voorop loopt op het gebied van open access. De European Open Science Monitor toont het aandeel open-accesspublicaties uit de periode 2009-2018. Nederland staat in deze monitor met 50% derde, na het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland (52%). Dit percentage ligt lager dan in bovenstaand figuur omdat gekeken wordt naar publicaties uit een periode van tien jaar. Daarna is Nederland het nog beter gaan doen. Uit data van het Curtin Open Knowledge Initiative is het totaal aandeel open access publicaties in Nederland tussen 2000 en 2024 55%, net iets meer dan in Zwitserland (ook 55%), en meer dan Noorwegen (54%), Zweden (52%), Denemarken (50%), België (50%), Finland (50%), Oostenrijk (46%) en het Verenigd Koninkrijk (46%).

Ook wanneer we de groene en bronzen routes buiten beschouwing laten, zien we dat Nederland samen met de Scandinavische landen internationaal voorop loopt (zie het tweede tabblad hierboven). 72% van de wetenschappelijke publicaties met ten minste één Nederlandse auteur uit 2024 is beschikbaar in een wetenschappelijk tijdschrift of via het online platform van een uitgever. Voor de EU-27 is dit 68%. In de ons omringende landen is dit respectievelijk 70% (Duitsland), 68% (VK), 55% (België) en 54% (Frankrijk).

Ter overweging: kosten en kwaliteit

Om open access mogelijk te maken, was een verandering van het publicatieproces noodzakelijk. Dit riep vragen op over nieuwe manieren van publiceren, de bekostiging van open-accesspublicaties, het behoud van de kwaliteit van publicaties en de belangrijke rol die publicaties spelen bij de kwaliteitsborging van wetenschappelijk onderzoek (zie bijvoorbeeld: Finch, 2012; Pinfield, 2015;  AWTI, 2016). Hoewel er inmiddels veel manieren zijn om open access te publiceren en in Nederland bijna vier op de vijf wetenschappelijke publicaties via open access wordt gepubliceerd, blijven deze vragen relevant. Enerzijds hanteren uitgevers verschillende businessmodellen voor het via open access publiceren van artikelen. Anderzijds zagen we dat overheden en wetenschapsfinanciers eisen stellen aan de publicatievoorwaarden. De businessmodellen en de voorwaarden van overheden en financiers kunnen met elkaar botsen.

De kosten van open access versus het traditionele publicatiemodel zijn lastig in beeld te brengen. Dit hangt onder meer af van de manier waarop open access vorm krijgt en of de uitgevers hun sterke positie in de markt behouden. Het is denkbaar dat een systeem waarin alle wetenschappelijke publicaties open access zijn, uiteindelijk goedkoper is voor de kennisgebruikers dan het conventionele systeem van betaling voor toegang tot abonnementstijdschriften (Houghton et al., 2009; Witmond et al., 2014). Maar het is evenzeer mogelijk dat de kosten van volledige open access juist hoger zullen zijn dan in het conventionele systeem (AWTI, 2016; CPB, 2016). Kostbaar is met name de transitieperiode waarin er zowel sprake is van abonnementskosten, als kosten voor het publiceren via open access. Vaak moeten wetenschappelijke auteurs zogeheten author processing charges betalen. Op die manier worden de kosten verplaatst van de lezer naar de schrijver. Tegelijkertijd ontstaan er steeds meer modellen om via open access te publiceren in een tijdschrift, zonder dat daaraan kosten verbonden zijn voor de auteur (Bosman et al., 2021). Dit wordt ook wel diamanten open access genoemd. 

Tot slot is ook kwaliteit een vraagstuk. De status van de tijdschriften waarin wetenschappers publiceren en het peerreview-systeem dat aan de publicatie verbonden is, zijn essentiële onderdelen van de kwaliteitsborging van onderzoek en de beoordeling van wetenschappers. Een overstap naar open access kan mogelijk effect hebben op de citatie-impact, bijvoorbeeld omdat high-impact-tijdschriften niet langer toegankelijk zijn. Dit is een van de vele redenen dat er de afgelopen jaren veel aandacht is voor het veranderen van de manier waarop we het werk van onderzoekers waarderen, naar een methode waarin de citatie-impactscore minder centraal staat. 

Uit onderzoek van Van Leeuwen en Schneider (2019) blijkt dat de impact-score en de journal-impact van gouden openaccess-artikelen (zonder de hybride) voor Nederland iets lager liggen dan de impact van artikelen achter een betaalmuur. Voor hybride artikelen (open in een abonnementstijdschrift) en bronzen artikelen liggen de citatie- en journal-impact juist hoger. Artikelen beschikbaar via de groene route, die voor een groot deel ook via een van de andere routes beschikbaar zijn, zitten hier qua impact tussenin. 
 

Gebruikte data

Voor deze factsheet hebben we gebruikgemaakt van data uit OpenAlex. OpenAlex werkt samen met Our Research om aan te geven welke publicaties open access zijn en direct naar deze versies te linken. Our Research is een non-profitorganisatie die zich inzet voor de toegankelijkheid van wetenschappelijk onderzoek. Zij ontwikkelden onder andere Unpaywall, een database met meer dan twintig miljoen openaccess-versies van wetenschappelijke artikelen (https://unpaywall.org/). 

We hebben voor deze factsheet gebruikt gemaakt van publicaties die op de extractiedatum als open access staan geregistreerd in OpenAlex. Deze cijfers zijn continu aan verandering onderhevig, omdat de toegankelijkheid van artikelen over de jaren kan wijzigen. Ook vinden er wijzigingen plaats in de verzameling aan tijdschriften in Scopus. 

Update 2025

Bij voorgaande edities van deze factsheet is afwisselend gebruikt gemaakt van Web of Science (WoS) en van Scopus. Door verschillende dekking van WoS en Scopus en dynamische veranderingen in wat wel en niet open access is, is de factsheet in de huidige vorm niet te vergelijken met oudere versies. Sinds 2023 zijn pre-prints ook opgenomen in de Scopus database. Dit zorgt voor een toename in met name open access publicaties via de groene route.

Data andere metingen

De andere metingen die we in deze factsheet benoemen, wijken in zowel bron als definitie licht af van de methode die we in deze factsheet hanteren. Zo maakt UNL gebruik van de CRIS-systemen van de universiteiten. In deze systemen houden universitaire onderzoekers hun publicaties bij en geven zij onder andere aan of deze open access zijn gepubliceerd. UNL kijkt daarbij alleen naar gepeerreviewde artikelen die via de gouden of groene route zijn gepubliceerd. 

Voor haar analyse van de NWO- en ZonMw-publicaties maakt het CWTS ook gebruik van de Unpaywall database van Our Research. Zij kijken echter niet naar de artikelendatabase van Scopus, maar naar die van Dimensions. Ook deze meting kijkt alleen naar gepeerreviewde artikelen en niet naar reviews, letters en conferentiepapers. 

Voor een uitleg van de gebruikte definities en afkortingen verwijzen we graag naar de webpagina Definities en afkortingen.

Bronnen

AWTI (2016). Durven delen. Op weg naar een toegankelijke wetenschap. 

Björk, B. (2017). Gold, green and black open access

Bosman, J., J.E. Frantsvag, B. Kramer, P.C. Langlais & V. Proudman. (2021). The OA Diamond Journals Study, part 1: Findings. Science Europe en Coalition S. 

Budapest Open Access Initiative (BOAI, 2002). https://www.budapestopenaccessinitiative.org/read

CPB (2016). Kansrijk wetenschapsbeleid. Den Haag: Centraal Planbureau. 

CWTS (2022). Monitoring Open Access Publishing of NWO-funded Research (2015-2021). Leiden: Centrum voor Wetenschap- en Technologiestudies.

Data Archiving and Networking Services, NARCIS, www.narcis.nl

Dekker, S. (2013). Kamerstukken II 2013/2014, 31 288, nr. 354. Brief van de staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschap.

Europese Commissie (2016), European Research Area, Progress Report 2016. Technical report. 

Finch, J. (2012). Accessibility, sustainability, excellence: How to expand access to research publications. Report of the Working Group on Expanding Access to Published Research Findings.

Houghton, J., J. de Jonge & M. van Oploo (2009). Costs and Benefits of Research Communication: The Dutch Situation. Leiden: EIM en Research voor Beleid.

Martín-martín, A., R. Costas, T. van Leeuwen & E. Delgado López-Cózar (2018), Unbundling Open Access dimensions: a conceptual discussion to reduce terminology inconsistencies. Proceedings of the 2018 STI conference, 12-14 September 2018, Leiden

Ministerie van OCW (2017, 9 februari), National Plan Open Science.

Mongeon, P. & A. Paul-Hus (2016).  The journal coverage of Web of Science and Scopus: a comparative analysis. Scientometrics (2016) 106: p. 213–228

NWO. (2019). Finale versie van Plan S gepubliceerd

NWO (2020). Implementatieplan Plan S.

NWO (2023). Regieorgaan Open Science officieel van start onder de naam Open Science NL.

Open access.nl (algemeen)

Open Access.nl: Wat wil de regering?

Pinfield, S. (2015). Making open access work: the ‘state-of-the-art’ in providing open access to scholarly literature. Online Information Review, 39:5. 604-636.

Piwowar, H., J. Priem, V. Larivière, J.P. Alperin, L. Matthias, B. Norlander, A. Farley, J. West & S. haustein (2018). The State of OA: a large-scale analysis of the prevalence and impact of Open Access articles. PeerJ.

Raad van de Europese Unie (2016), 27-05-2016, the transition towards an Open Science system – Council Conclusions.

Rathenau Instituut (2018). Balans van de wetenschap 2018. Den Haag (auteurs: Koens, L. et al. (2018). 

Science Europe (2018). cOAlition S, making Open Access a reality by 2020. A declaration of commitment by public research funders.

Science Europe. (2019). Plan S: principles and implementation (via www.coalition-s.org)

Van Engelshoven, I. (2019). Kamerstukken II 2018/2019. 31 288, nr. 793. Brief van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Van Leeuwen, T.N. (2013). Bibliometric research evaluations, Web of Science and the social sciences and humanities: a problematic relationship? Bibliometrie - Praxis und Forschung, band 2.

Van Leeuwen T.N., Meijer I, Yegros-Yegros, A & Costas R (2017). Developing indicators on open Acess by combining data from diverse data sources. Proceedings of the 2017 STI-Conference, 6-8 september, Parijs.

Van Leeuwen, T. & J. Schneider. (2019). Open Access uptake of universities in the R-Quest countries under various OA mandates. Proceedings of the 2019 ISSI-Conference.

Vereniging Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (2019). Percentages open access publicaties 2016-2018.

VVD, D66, CDA & ChristenUnie (2021).Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst. Coalitieakkoord 2021-20215.

Web of Science, Clarivate Analytics.

Witmond, B., N. van Nimwegen & M. Zwart (2014). Marktonderzoek open access. Eindrapport kostencijfers. Rotterdam: Ecorys.