Stoplichten die groen worden voor fietsers als het regent. Matrixborden die tijdens festivals zelfstandig aangeven dat een marktplein vol is. Steden worden ‘slim’ met data en technologie. Het Rathenau Instituut onderzocht wat Nederlandse gemeenten doen op dit gebied en hoe dit burgers raakt.
Wat is een slimme stad?
Slimme steden of smart cities maken gebruik van data en slimme informatietechnologie voor hun bestuur en beheer. Een technologie is ‘slim’ als deze kan waarnemen via sensoren, zelf denkstappen kan nemen en zo op de omgeving kan reageren.
Wat doen Nederlandse steden?
In dit onderzoek beantwoorden we drie vragen: wat doen Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven (G5) al met data en slimme technologie? Wat zijn de gevolgen voor publieke waarden als privacy, online veiligheid en autonomie? En hoe gaan gemeenten daarmee om in hun projecten?
Lees de uitkomsten in deze drie artikelen:
- Steden gedreven door data
- Zetten slimme steden publieke belangen onder druk?
- Hoe beschermen gemeenten publieke waarden in de slimme stad?
Waarom dit onderzoek?
Het bedrijfsleven, de wetenschap en de overheid hebben veel geschreven over slimme steden. Door smart cities zouden oplossingen voor grootstedelijke problematiek dichterbij zijn dan ooit. Anderen waarschuwen juist voor Big Brother-steden die de privacy en autonomie van inwoners volledig ondermijnen. Het Rathenau Instituut kijkt naar de praktijk in Nederlandse steden en hoe deze burgers raakt.
Om een beter beeld te krijgen van wat er in Nederland op dit gebied gebeurt, hebben we slimmestadprofessionals geïnterviewd. Acht kwartiermakers van de G5-gemeenten op het gebied van slimme stad en/of data-gedreven sturing. En vijf professionals die werken bij relevante maatschappelijke organisaties: Waag Society Amsterdam, DATA Studio Eindhoven, SETUP Utrecht, ICX Den Haag, Creating010 Rotterdam. Daarnaast hebben we beleidsstukken geanalyseerd en tien bijeenkomsten over de slimme stad bezocht. Een van deze bijeenkomsten was georganiseerd door gemeenten, de andere door maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen.
Methode van onderzoek
In de onderzoeksperiode van maart – juni 2017 zijn zes semigestructureerde interviews gehouden met projectleiders, kwartiermakers dan wel strategisch adviseurs op het gebied van ‘smart city’ en datagedreven werken in de G5 gemeenten: Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven en Den Haag (2 interviews). Zij vertolken het perspectief van de lokale overheid en hebben veel kennis over lopende projecten. Aanvullend zijn de relevante beleidsdocumenten van deze gemeenten verzameld, zoals raadsbrieven, uitvoeringsprogramma’s en voortgangsrapportages.
Daarnaast zijn er vijf interviews gehouden met medewerkers van maatschappelijke organisaties in de G5 gemeenten die een kritische blik hebben op de datagedreven stad en tevens burgers proberen te betrekken. Ook zijn tien bijeenkomsten over de datagedreven stad bezocht (o.a. een vanuit de G32 gemeenten en verschillende vanuit kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties). Deze bijeenkomsten boden de gelegenheid om het veld beter te leren kennen, een deel van de respondenten te werven en aanvullende observaties te maken.