Ondanks tal van initiatieven slaagt de overheid er niet in om de uitdagingen van de digitale samenleving voldoende het hoofd te bieden. Het komende kabinet moet het tij keren. Hoe? Stop met het overschatten van de kansen van digitalisering, en het onderschatten van de risico’s, betoogt het Rathenau Instituut.
Dat digitale technologie de samenleving voor enorme uitdagingen stelt, erkennen politici en beleidsmakers inmiddels wel. Maar het is tot dusver niet gelukt om deze dreigingen voldoende het hoofd te bieden. Het thema cyberveiligheid staat al jaren op de agenda, maar onze digitale netwerken zijn er niet veiliger op geworden. Of neem duurzaamheid: het kabinet streeft al jaren naar een samenleving die zowel duurzaam als digitaal geavanceerd is. Hoe die twee moeten samengaan, is nog steeds onduidelijk. Er ligt dus een urgente vraag op de formatietafel: hoe zorgen we ervoor dat de digitale samenleving over vier jaar écht veiliger, duurzamer, gezonder en menselijker is?
Computers zijn goed in het beheersen van de regels van een spel als Go, maar niet in het voorspellen van sociale uitkomsten.
Allereerst zal een nieuw kabinet gebaat zijn bij wat Hollandse nuchterheid over de mogelijkheden van digitale technologie. Sommige digitale technologieën, zoals de analyse van medische scans en spraakherkenning, boeken onmiskenbaar vooruitgang. Maar die successen zijn doorgaans in helder afgebakende omgevingen. Computers zijn goed in het beheersen van de regels van een spel als Go, maar niet in het voorspellen van sociale uitkomsten, zoals wie succesvol wordt in een nieuwe baan. Juist in zo’n dynamische sociale omgeving vallen de prestaties van digitale technologie keer op keer tegen.
Daarnaast moet een nieuw kabinet niet in de val trappen om digitale technologie naar voren te schuiven als dé oplossing voor bepaalde problemen. Het enthousiasme waarmee de corona-app vorig jaar werd aangekondigd was onterecht, omdat het contactonderzoek en vervolgacties niet op orde waren. Een app zonder context is nooit de silver bullet voor het tegengaan van een epidemie. Digitale technologie is pas deel van de oplossing als deze verstandig ingebed wordt in complexe praktijken als de zorg en het onderwijs. De overheid moet hier de criteria formuleren. Te meer omdat digitale innovaties niet zonder risico’s zijn.
Een nieuw kabinet moet dan ook meer oog hebben voor de ingrijpende manier waarop digitale technologie onze levens verandert.
Helaas worden die risico’s nog vaak onderschat. De afgelopen jaren is er gelukkig meer aandacht gekomen voor privacy, veiligheid en non-discriminatie. Maar voor de verdergaande effecten van digitale innovaties is nog steeds te weinig oog. Digitale sollicitatiesystemen beïnvloeden de relatie tussen werknemers en werkgevers, en de inzet van slimme leermiddelen verandert de manier van lesgeven en de interactie in de klas. Over dit soort wezenlijke effecten is veel te weinig discussie. Systemen die veilig en privacy vriendelijk zijn, kunnen immers nog altijd leiden tot een onwenselijk aannamebeleid, of een verstoorde relatie tussen leerling en leraar.
Een nieuw kabinet moet dan ook meer oog hebben voor de ingrijpende manier waarop digitale technologie onze levens verandert. Dat betekent ook: op tijd durven regels en randvoorwaarden op te stellen om digitale technologie in goede banen te leiden. Overheden op verschillende niveaus hebben de afgelopen jaren vaak te laat ingegrepen. Laten we eerlijk zijn: de ondermijnende invloed van de grote platformbedrijven op de democratie en de economie, is te lang op zijn beloop gelaten. Ook de komende jaren krijgt de samenleving te maken met digitale toepassingen die op gespannen voet staan met mensenrechten – zoals AI-systemen die proberen onze emoties uit te lezen of ons op afstand identificeren.
Verantwoorde innovaties vragen om het tijdig innemen van stevige, heldere posities – door een nieuw kabinet én door volksvertegenwoordigers. Waar nodig zullen ze ook de uitrol van ongewenste toepassingen moeten stoppen. Anders blijven we in de digitale samenleving dweilen met de kraan open.
Dit opinieartikel verscheen eerder op de website van iBestuur