In deze datapublicatie laten we zien hoe de uitgaven van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) aan wetenschappelijke onderzoeksinstellingen in de loop der jaren veranderen. Het gaat om uitgaven aan de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) (tot 2011), Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), Koninklijke Bibliotheek (KB) en internationale instellingen. De uitgaven zijn exclusief die voor het onderzoek aan hogeronderwijsinstellingen.
In het kort
Tussen 2000 en 2010 stijgen de uitgaven voor onderzoek en wetenschap van ruim 680 miljoen naar bijna 1,2 miljard euro.
In 2011 is er een trendbreuk door de verplaatsing van uitgaven van TNO naar het ministerie van EZ.
In 2018 is een stevige toename zichtbaar in de uitgaven dankzij intensiveringen in de geoormerkte middelen en in de NWO-hoofdbekostiging.
Inhoudelijke toelichting
Tussen 2000 en 2010 stijgen de uitgaven van het ministerie van OCW voor wetenschappelijke onderzoeksinstellingen. In 2011 dalen ze (behalve door de overheveling van het TNO-budget naar het ministerie van EZK) vooral door de afname van de geoormerkte subsidies. Na wat schommelingen is er vanaf 2014 weer een toename van de middelen, waarbij vooral in 2018 een stevige toename zichtbaar is dankzij intensiveringen in de geoormerkte middelen en in de NWO-hoofdbekostiging. In 2019 is er juist groei in alle andere posten, behalve in de NWO-hoofdbekostiging. Na 2020 daalt vooral de bekostiging van de wettelijke bibliotheekinstellingen, maar vanaf 2021 is ook hier een stijging te zien. In 2023 zijn de uitgaven binnen alle posten toegenomen.
Een uitleg van de gebruikte definities en afkortingen staat op de webpagina definities en afkortingen.