calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

‘Hoe kun je immersieve media-ervaringen straks nog onderscheiden van echte?’

Artikel
24 augustus 2023

Tilo Hartmann is media-psycholoog. Hij onderzoekt met name immersieve media-technologieën, waarbij meerdere zintuigen worden aangesproken, zoals AR en VR. (Illustratie: Rathenau Instituut)

Image
Tilo Hartmann sprak in de Rathenau-podcast over immersieve technologie

Als een ervaring reëel voelt, terwijl je weet dat je een VR-bril op hebt, wat gebeurt er dan eigenlijk? Dat is een van de spannendste onderzoeksvragen, zegt Tilo Hartmann, hoogleraar Virtual Reality en Communicatie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Het Rathenau Instituut sprak met hem over de kansen en risico’s die ontstaan dankzij technologie die je helemaal onderdompelt in een virtuele wereld

In het kort:

  • Tilo Hartmann is media-psycholoog. Hij gebruikt theorieën en onderzoeksmethoden uit de psychologie, om te begrijpen hoe mensen media ervaren, en waarom ze media gebruiken.
  • Hartmann onderzoekt met name immersieve media-technologieën, waarbij meerdere zintuigen worden aangesproken, zoals AR en VR.
  • Hij ziet kansen voor onder meer de behandeling van angstklachten. Tegelijkertijd heeft hij zorgen over angsten die dit soort technologie juist ook kan veroorzaken.

Dit artikel is gebaseerd op onze podcastserie Ondergedompeld in een nieuwe werkelijkheid. Daarin gaat het Rathenau Instituut in gesprek met onder meer filosofen, kunstenaars en psychologen over zogeheten immersieve technologie. Dat is technologie die je helemaal onderdompelt in een digitale wereld. Het gaat bijvoorbeeld om virtual reality (VR), waarbij je via een VR-bril in een digitale wereld stapt. Of augmented reality (AR), waarbij je via een bril of je telefoon een digitale laag legt over de fysieke werkelijkheid. De technologie kan resulteren in een zogeheten metaverse: het ‘nieuwe internet’, waar je niet op, maar ín gaat.

Het wordt steeds urgenter om als samenleving na te denken over de mogelijke impact van immersieve technologie. Grote techbedrijven investeren er miljarden euro's in. Hoe zorgen we dat publieke waarden, zoals privacy, rechtvaardigheid en autonomie, worden gewaarborgd? En hoe voorkomen we dat vooral private belangen de overhand krijgen?

Liever luisteren? Het gesprek met Tilo Hartmann zit in aflevering 2 van onze podcast Ondergedompeld in een nieuwe werkelijkheid vanaf minuut 21

Waar komt je fascinatie voor immersieve technologie vandaan?
In mijn jeugd was ik een gamer. Het fascineerde me toen al dat je je echt aanwezig kunt voelen ín een game. Hoe doet technologie dat? Bij de opkomst van VR-technologie was het eerst veel te duur om dit te onderzoeken. De headsets kostten wel 100.000 euro. Maar ze werden steeds goedkoper. Inmiddels zijn ze er al voor een paar honderd euro, en kunnen we er volop onderzoek mee doen.

Je onderzoekt het gevoel dat je echt aanwezig bent in de virtuele ruimte. Hoe ontstaat dat gevoel?
We onderscheiden drie verschillende manieren waarop je een gevoel van aanwezigheid ervaart. In ons vakgebied noemen we dat presence. De eerste is ruimtelijke presence. Dat is dat je je echt aanwezig voelt in de virtuele ruimte. Daarnaast heb je sociale presence: je voelt dat iemand anders in dezelfde ruimte is als jij, dat de lichamen dicht bij elkaar zijn. En de derde is self-presence. Dat je ervaart dat het virtuele lichaam jouw eigen lichaam is.

Virtuele ervaringen kunnen heel dichtbij voelen, emotioneel gezien.

In hoeverre kan de huidige VR-technologie al die soorten presence creëren? 
Vooral ruimtelijke en sociale presence zijn al heel sterk. Eigenlijk heb je niet zoveel nodig om dat te creëren. Vooral tracking is belangrijk: je hebt een headset op je hoofd en controllers in je handen. De computer weet waar je handen en hoofd zijn, en hoe ze bewegen.
Het gevoel dat je virtuele lichaam echt jouw eigen lichaam is, bestaat al wel, maar dat kan nog wel beter. Als je naar beneden kijkt, zie je vaak alleen je handen en soms je bovenlichaam.

Welke effecten hebben dit soort aanwezigheids-ervaringen?
Virtuele ervaringen kunnen heel dichtbij voelen, emotioneel gezien. Als je in VR bijvoorbeeld op een hoog gebouw staat en naar beneden kijkt, dan voelt het alsof je daar echt staat. En naar beneden kan vallen en dood kan gaan. Ook al weet je dat je met een headset op in je woonkamer staat. Dat zie je ook terug in hoe mensen reageren. Bang.

Dus de zintuigelijke ervaring gaat dan boven je rationele kennis?
Inderdaad. Je ziet nu ook dat horrorgames heel populair zijn in VR, omdat ze zo intens zijn. Daarover heb ik met veel gamers gesproken. Ze ervaren het soms zelfs als té intens, dan stoppen ze met de game.

VR wordt toch ook ingezet juist voor het behandelen van angstklachten?
Ja, in exposure-therapie kan je mensen met een fobie regelmatig en gecontroleerd blootstellen aan de situatie waarvoor ze bang zijn. Bijvoorbeeld in een ruimte zijn met veel mensen. Als ze tien, twintig, dertig keer zo’n situatie hebben doorgemaakt, en hebben ervaren ‘ik kom hier doorheen’, zijn ze er ook minder bang voor in de echte wereld. 

Zie je meer kansen of risico’s van presence-ervaringen?
Presence-ervaringen zijn niet per se goed of slecht. Ze zijn gewoon anders dan wat we kennen. Als je in een goede omgeving bent, zijn er kansen. Dan zijn de positieve emoties misschien intensiever. Zoals bij sociale presence, waar je samen met anderen aan de slag gaat of iets beleeft. 

Maar negatieve ervaringen zijn ook mogelijk. We zien nu al dat sommige gebruikers andere gebruikers of avatars pesten. Een avatar is jouw virtuele representatie, dus jouw figuur in de virtuele realiteit. Als vrouwelijke avatars worden lastiggevallen op een seksuele manier, kan dat veel impact hebben.

Je weet niet hoeveel van je privacy je eigenlijk kwijtraakt in VR

Zijn er nog andere risico’s waarover je je zorgen maakt?
Je weet niet hoeveel van je privacy je eigenlijk kwijtraakt in VR. In zo'n headset zitten vaak vijf camera’s. Die kijken niet alleen naar je woonkamer, maar ook naar jezelf. Ze kunnen je gezicht uitlezen en je emoties, maar ook je lichamelijke bewegingen. We weten: als je dat een halfuur doet, dan kun je daarna met kunstmatige intelligentie heel goed iemand identificeren. Ik ben bang dat de grote bedrijven dat gebruiken om mensen te identificeren. En dat gebruikers niet doorhebben hoeveel ze eigenlijk van zichzelf prijsgeven.

En misinformatie?
Ja, dat is ook een risico. Stel dat je echt immersieve misinformatie hebt. Je komt een virtuele dubbelganger van Mark Rutte tegen in VR. Of hij staat met augmented reality in jouw woonkamer. Het voelt alsof Mark Rutte daar echt is. Het is heel moeilijk om je hiertegen te beschermen, ook al weet je dat het niet echt Mark Rutte is. 

Is er voldoende oog voor die risico’s?
Nu wordt het vaak een beetje aan de gebruikers overgelaten om dat te reguleren. Maar ik ben bang dat dat onvoldoende is. We moeten nadenken over instituties die dat moeten doen. Of technische oplossingen, zodat bepaalde dingen gewoon niet mogelijk zijn, of heel snel worden gesanctioneerd.

Als het reëel voelt, maar je weet dat het niet reëel is. Wat gebeurt er dan eigenlijk?

Wat zijn je belangrijkste onderzoeksvragen de komende tijd?
Ik wil kijken naar de basale effecten van VR. Een van de spannendste vraagstukken is: als het reëel voelt, maar je weet dat het niet reëel is. Wat gebeurt er dan eigenlijk? Kunnen we toch op een bepaalde manier nog reguleren wat we daar voelen en ervaren? Is het toch iets anders als ik naar Tokyo reis in VR of als ik echt in Tokyo ben?

Ik noem dat media awareness. Dat is dat je tijdens je VR-ervaringen, hoewel je je aanwezig voelt, nog steeds weet dat het door mediatechnologie wordt geïnitieerd. De simulaties zullen alleen maar immersiever en echter worden. En dan is de vraag: welke mogelijkheden hebben we als menselijke gebruikers nog om een onderscheid te maken?

Dus: hoe kunnen we als gebruiker controle houden over onze werkelijkheid? 
Inderdaad. Neem bijvoorbeeld dit interview. Stel dat wat ik nu zie, hier in deze ruimte alleen virtueel zou zijn. Jullie zijn holograms of avatars. De ruimte is niet echt. En ik weet het. Is dat anders dan als ik het niet weet? Zou ik mij anders tegenover jullie verhouden? Dat zijn vragen die ik heel spannend vind. En voor de toekomst heel belangrijk om te beantwoorden.

Gerelateerde publicaties