Hoe staat het met de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) en hoe kunnen we op het gebied van digitale ontwikkelingen samenwerken en kennis delen? Tijdens de Conferentie Nederland Digitaal 2021 gingen kabinet, bedrijfsleven, wetenschap, overheden en maatschappelijke organisaties met elkaar in gesprek over digitalisering. Het Rathenau Instituut was op de online conferentie aanwezig. In verschillende gesprekken ging het over publieke waarden in relatie tot digitalisering.
Meer bewustzijn
Hoe zorg je voor verantwoorde innovatie die mensenrechten versterkt en publieke waarden borgt? In gesprek met Marieke van Wallenburg, directeur-generaal Overheidsorganisaties bij het Ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), ging directeur Melanie Peters in op deze vraag. Daarbij blikte ze onder meer terug op Opwaarderen, een rapport dat het Rathenau Instituut in 2017 publiceerde op verzoek van de Eerste Kamer en de toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken. In dit onderzoek staat maatschappelijk verantwoorde digitalisering centraal, en de rol die wetenschap, bestuur, politiek en maatschappelijke organisaties daarbij spelen. Hoe kijkt het Rathenau Instituut nu aan tegen de aanbevelingen die destijds werden gegeven, en waar staan we nu?
Sinds het verschijnen van het rapport is er meer bewustzijn over het verzamelen van data, algoritmen en kunstmatige intelligentie en activiteiten als profilering en targeting, stelt Melanie Peters. Mensenrechten en de democratie kunnen door dit soort activiteiten onder druk komen te staan; de verkiezingen in de VS hebben het bewustzijn hierover aangewakkerd. Ook privacy en cybersecurtiy staan op de agenda. Maar er zijn nog steeds veel blinde vlekken: stemtechnologie waardoor identiteitsfraude heel makkelijk wordt of de manier waarop via virtual reality brillen zeer intieme data van ons verzameld kunnen worden. Ook samenwerking tussen toezichthouders om controle te houden op digitalisering is onverminderd belangrijk en actueel.
Publieke waarden
Technologie is niet neutraal, zegt Melanie Peters. Wanneer de overheid bij haar dienstverlening technologie inzet, moeten we ons bewust zijn wat we hiermee willen oplossen. Hoe zorgen we dat we doelgericht digitaliseren? Hoe helpt het burgers, hoe ondersteunt het professionals op de werkvloer om hun publieke taak beter uit te oefenen? En hoe houden we zicht op de ongewenste effecten? Het Ministerie van BZK ontwikkelt hiervoor praktische tools, zoals human rights impact assessments, voordat een technologie wordt ingezet. Hiermee wordt het bewustzijn vergroot.
Evengoed zijn er positieve voorbeelden van digitale innovatie: zoals het opsporen van discriminatie of verkeersovertredingen met hulp van ICT. Nog altijd moeten we goed nadenken over de wijze waarop we digitalisering binnen de overheid willen toepassen, zo laat ons onderzoek zien. Met het rapport Opwaarderen liet het Rathenau Instituut al zien dat het publieke belang, het doel van de overheidsorganisatie en het beleid, voorop gesteld moeten worden om dit soort ontwikkelingen in goede banen te leiden. Zodat digitale innovatie in het maatschappelijke belang plaatsvindt. Er is inmiddels meer aandacht hiervoor in de politiek, ook na het onderzoek naar de toeslagenaffaire.
Digitale samenleving
De overheid heeft steeds meer contact met burgers via digitale middelen. Ook de democratie is afhankelijk van digitale media. Het is belangrijk dat ieder van ons zich bewust is van de wijze waarop digitalisering werkt, en wat de effecten zijn van algoritmen en AI. We moeten bewust omgaan met onze data en onze privacy.
Evengoed kan niet alle verantwoordelijkheid in de digitale samenleving bij het individu neergelegd worden, zo laat ons onderzoek zien. We moeten zaken gezamenlijk doordenken, en collectieve maatregelen nemen.
In het wereldwijde speeldveld van digitale ontwikkelingen beschikt Nederland over instrumenten als diplomatie en handelsverdragen om zich tot andere partijen te verhouden en grip te houden op digitalisering.
Zoeken, reflecteren en leren
Innovatie en efficiëntie zijn geen waarden op zich. Door te experimenteren kunnen we onderzoeken op welke manier technologie bijdraagt aan publieke waardecreatie. Daarbij moeten we ook ergens op terug durven komen als het mis gaat, zegt Melanie Peters. De toekomst kennen we niet, maar door te zoeken, reflecteren en leren, komen we vooruit.
Digitalisering in het onderwijs
De digitale transitie biedt kansen voor het onderwijs, maar het roept ook vragen op. Krijgen technologiebedrijven niet te veel invloed op de inhoud van het onderwijs? Zorgen digitale middelen voor een verbetering van de kwaliteit van het onderwijs? En welke impact hebben digitale ontwikkelingen op kernwaarden van het onderwijs, zoals autonomie en kansengelijkheid?
Tijdens de conferentie Nederland Digitaal ging Bart Karstens namens het Rathenau Instituut in op deze vragen, samen met Remco Pijpers van Stichting Kennisnet en Christien Bok van SURF. Gezamenlijk hebben de drie organisaties een waardenkader voor het onderwijs ontwikkeld. De bètaversie werd tijdens de sessie besproken.
Het Rathenau Instituut publiceerde het afgelopen jaar een blogserie over digitalisering in het onderwijs, met onder meer blogs over de effecten op kernwaarden als autonomie en rechtvaardigheid. Er wordt momenteel gewerkt aan een rapport over onderwijs en digitalisering. Daarin zal het waardenkader worden opgenomen.
Waardenkader: een praktisch instrument
Welke keuzes moeten onderwijsinstellingen maken bij digitale vraagstukken? Het waardenkader is ontwikkeld als praktisch en concreet hulpmiddel. Door het effect op waarden in kaart te brengen, kunnen eisen aan digitale middelen worden gesteld. Waarden kunnen bijvoorbeeld vertaald worden in normen en vervolgens in technische ontwerpeisen. Een uitgewerkte waardenverkenning maakt ook duidelijk welke partijen waar verantwoordelijkheid voor moeten nemen. Soms zal dat sectoroverstijgend moeten gebeuren, soms op sectoraal niveau en soms is het aan de onderwijsinstelling zelf.
Gedeeld belang onderwijsveld
Aan het eind van de sessie konden kijkers vragen stellen aan de sprekers. Een vraag ging daarbij over autonomie, waar in het Nederlandse onderwijsveld veel waarde aan wordt gehecht vanwege de vrijheid van het onderwijs. Waarden en normen zijn uniek en individueel, merkt een kijker op. Kan het onderwijsveld als het om digitalisering gaat dan wel samen optrekken?
Bart Karstens: ‘In Nederland is er vrijheid van onderwijs; er zijn verschillen tussen onderwijsinstellingen. Maar er zijn óók gedeelde waarden, zoals sociale gelijkheid en autonomie, die overal op dezelfde manier door digitalisering worden uitgedaagd. Werk dus samen, dan sta je sterker.’