calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Investeer in onze publieke kennisinfrastructuur met beleid

bericht aan het parlement
09 februari 2020

Foto: Hollandse Hoogte

Image
HH-65131926 thema 4.jpg
In dit Bericht aan het Parlement geeft het Rathenau Instituut aanbevelingen voor het Notaoverleg over de Strategische agenda hoger onderwijs en onderzoek ‘Houdbaar voor de toekomst’.

In het kort:

  • Universiteiten zijn de afgelopen 14 jaar sterk gegroeid en ontvangen 70% meer inkomsten.
  • Onderzoek laat zien dat te veel kennis niet benut wordt voor theorievorming of maatschappelijke waarde. Kortlopende projectfinanciering van overheid en bedrijven bepalen de agenda.
  • Beleid dat focus legt op het algemeen belang en publiek waarden helpt universiteiten om de rat race te stoppen, te investeren in infrastructuur en nieuwe kennispraktijken te ontwikkelen.

De samenleving verwacht veel van universiteiten, en terecht. Daarmee loopt de druk op wetenschappers steeds verder op. De oplossing is niet meer geld in lumpsum of op projectbasis in competitie verworven, maar meer samenhang en transparante keuzes over waar geld aan de universiteiten naartoe gaat. Onderzoek van het Rathenau Instituut geeft aan dat dit nieuwe vormen van sturing vraagt van de instellingen zelf, coördinatie in de sector en een actieve invulling van de stelselverantwoordelijkheid van het ministerie van OCW.

In de Strategische agenda hoger onderwijs ‘Houdbaar voor de toekomst’ is deze onvoldoende uitgewerkt. Dit belemmert universiteiten om hun onafhankelijke rol te spelen en om te gaan met externe ontwikkelingen, zoals het nieuwe geopolitieke speelveld, digitalisering en maatschappelijke transities die om nieuwe kennispraktijken vragen. Daarmee zal de druk op wetenschappers eerder toenemen dan afnemen en sorteert Nederland onvoldoende voor op nieuw Europees beleid.

Lees het volledige Bericht aan het parlement

In vrijwel alle onderzoeksgebieden staan Nederlandse universiteiten in de top-50 of top-100 en de prestaties zijn nog indrukwekkender: Nederland staat voor alle wetenschapsgebieden in de top-5 van landen met de hoogste citatiescore.

Grafiek BAP

Het onderzoek is dus internationaal vooraanstaand en heeft een grote aantrekkingskracht op buitenlands talent en bedrijven. De samenwerking met bedrijven neemt toe en het aantal goed functionerende kennisparken groeit. En steeds meer Nederlanders zijn geïnteresseerd in wetenschap.

De druk is hoog

Toch zijn er zorgen over de positie van wetenschap. Onderzoek van het Rathenau Instituut laat zien dat burgers veel verwachten van de wetenschap en dat de ruimte voor vrij en ongebonden onderzoek soms onder druk staat. Dat de competitieve druk voor wetenschappers hoog is, en dat het ziekteverzuim stijgt.

Het is nu nodig dat universiteiten minder focussen op geld en concurrentie met elkaar, en meer hun publieke kerntaken bewaken. Dat zijn goed onderwijs, goed onderzoek en benutting van de kennis. In tegenstelling tot wat gedacht wordt is daarvoor steeds meer geld beschikbaar; de afgelopen 14 jaar stegen de inkomsten van universiteiten met 70%.

Veel geld is bedoeld om de druk op universiteiten te verlichten; die is mede ontstaan doordat de verwachtingen – en de aantallen studenten – zijn toegenomen. Maar concurrentie om middelen en gebrek aan strategie bedreigen de samenhang en consistentie waarmee deze worden ingezet, zo laat onderzoek van het Rathenau Instituut ook zien. Het is aan colleges van bestuur om afgewogen keuzes te maken en kerntaken te beschermen en de financiers niet te laten beslissen, maar zelf verantwoordelijkheid te nemen. Er is ook een verantwoordelijkheid voor de sector als geheel om afspraken te maken. Maar het is aan het ministerie om hierin stelselverantwoordelijkheid te nemen. (1) Een aantal ontwikkelingen in de buitenwereld maken dat de huidige manier van sturen via financiering onvoldoende richting geeft om universiteiten weerbaar te maken voor de toekomst. Er zijn nieuwe beleidskaders nodig.

Dit beleid moet zich niet richten op inhoudelijke keuze, of gaan over meer of minder alfa-, bèta- of gamma-onderzoek, maar over het tegengaan van versnippering. Te veel geld gaat nu naar nieuwe kennis die leidt tot steeds weer nieuwe publicaties in wetenschappelijke tijdschriften, maar die niet benut wordt voor theorievorming, of maatschappelijke waarde. Dit schaadt ook de onderwijstaak van de universiteit en dat leidt terecht tot ontevredenheid.

Daarom is ruimte nodig voor programmering binnen en tussen vakgebieden om fundamentele en maatschappelijke doorbraken te bereiken. Maar ook verantwoording over hoe – en met wie – gewerkt wordt aan consequente kennisopbouw, en hoe dat beloond moet worden.

(1) OCW (2019), Strategische agenda hoger onderwijs en onderzoek.

Zet meer in op samenhang

De minister moet als voorwaarde aan financiering stellen dat niet alleen het unieke idee van het individu, maar ook team science beloond wordt. Het ministerie moet meer samenhang aanbrengen in programma’s. En meer op de lange termijn willen bereiken.

De minister moet meer transparantie vragen en toetsing vooraf op de samenwerking met bedrijven. Het is belangrijk dat universiteiten samenwerken met bedrijven, maar ze kunnen veel strategischer en afgewogener omgaan met het geld dat ze van hen ontvangen. Door bijvoorbeeld een langetermijnvisie te ontwikkelen op de vraag wie op te leiden en welk onderzoek te doen. Dat dient uiteindelijk ook het bedrijfsleven en de economie. Ook bedrijven onderkennen dat. Slacht niet de kip met de gouden eieren: human capital en hoogwaardige kennis vormen een belangrijke vestigingsfactor voor bedrijven.

Dat geldt ook voor de digitale infrastructuur voor onderwijs en onderzoek, waar onvoldoende afspraken gemaakt zijn over delen en gebruik van (gevoelige) data. Dit bedreigt de onafhankelijkheid van universiteiten. Onder andere in het kader van ‘open science’ moeten hierover afspraken gemaakt worden. Maar afhankelijkheid van marktpartijen wordt ook voorkomen door goede contracten en door te investeren in universiteitsbibliotheken.

De samenleving kijkt naar campussen voor oplossingen

Een goed voorbeeld waarin de hele samenleving baat heeft bij deze publieke investeringen zijn de ontwikkelingen in het cyberdomein. Niet alleen krijgen universiteiten te maken met nieuwe vormen van spionage door bedrijven en staten. Hun campussen zijn ook de plek waarnaar de samenleving kijkt voor maatregelen hiertegen. Om daarmee om te kunnen gaan, zijn visie en beleid nodig en niet alleen geld. Van filosofen tot kwantumfysici en juristen: ze zijn allemaal nodig en moeten samenwerken. Het is belangrijk dat universiteiten hiervoor voldoende middelen kunnen reserveren, om onafhankelijk te blijven.

Een ander voorbeeld is te zien op het gebied van defensie. Internationale verhoudingen verschuiven en Nederland zoekt daarin een nieuwe positie. Daarvoor is onderzoek nodig, waarvoor vanuit Europa en de Nederlandse overheid meer geld beschikbaar is. Dat maakt duidelijk dat niet de individuele wetenschapper leidend kan zijn, maar dat een goed afwegingskader nodig is voor wat de onderzoeksvraag moet zijn. En voor wie de resultaten toegankelijk zijn: sommige innovaties kunnen misbruikt worden, zoals autonome drones in verkeerde handen kunnen veranderen in killer robots. Het Rathenau Instituut heeft gewezen op het belang van beleid op het niveau van universiteit, sector en ministerie.

Universiteiten kunnen de rat race stoppen

Zo zijn er talloze voorbeelden die laten zien dat het beleid van universiteiten aan een update toe is. Het Nederlandse publiek heeft dat haarscherp in de gaten. Er is veel vertrouwen in de wetenschap – meer dan in welke institutie ook – maar mensen maken zich zorgen om de onafhankelijkheid van onderzoek en wat er met de resultaten gebeurt zodra opdrachten worden gedaan voor bedrijven en overheid. Onderzoekers geven aan voor hun carrière dergelijke opdrachten vaak niet te kunnen missen. Er is sprake van een rat race.

Om die te stoppen, moeten universiteiten meer kunnen focussen op het algemeen belang. En is het nodig dat het ministerie stelselverantwoordelijkheid neemt.  

Daarom is sturen via onderzoeksfinanciering op grond van samenwerking belangrijk: tussen disciplines onderling en tussen universiteiten en overheden, bedrijven en andere organisaties.

Daarom is sturen op versterken van de democratie en het debat binnen universiteiten over waar het geld aan wordt besteed belangrijk.

Daarom is sturen op externe verantwoording en transparantie belangrijk.

Daarom is sturen met beleid en geld op randvoorwaarden en universitaire infrastructuur belangrijk. Zodat in plaats van financiers te laten beslissen over de toekomst van de wetenschap, universiteiten zelf keuzes kunnen maken.

Het belang van inhoudelijk onafhankelijke universiteiten met reflectief vermogen op het eigen handelen en op de samenleving als geheel staat buiten kijf. Deze kritische functie is een kenmerk van elke democratie. Daarnaast vraagt de samenleving om kennis van de universiteiten die bijdraagt aan de grote maatschappelijke uitdagingen. Universiteiten spelen een grote rol in deze transities. Hiervoor ontstaan nieuwe kennispraktijken, zoals living labs, waarin onderwijs, onderzoek en kennisbenutting hand in hand kunnen gaan.

De stelselverantwoordelijkheid van het ministerie van OCW bestaat er uit deze vrijheden te borgen, maar ook kaders te scheppen door sturing met voldoende geld en met beleid, om te zorgen dat deze onafhankelijke positie behouden blijft terwijl ingespeeld wordt op nieuwe ontwikkelingen. In de huidige Strategische visie op hoger onderwijs en onderzoek is de verantwoordelijkheid van het ministerie onvoldoende uitgewerkt.